De arts, het scherm en de cliënt
Mijn moeder is inmiddels ruim 90 lentes jong. Ze woont nog zelfstandig, heeft haar daginvulling redelijk voor elkaar en kijkt tevreden terug op haar leven. Ze mist wel veel mensen, maar “dat is nu eenmaal zo als je zo oud wordt”, zoals zij zelf zegt.
Haar lichaam vertoont her en der wat gebreken en daarvoor bezoekt ze regelmatig artsen. Ze vindt het dan fijn als één van de kinderen meegaat. Dat is praktisch vanwege het vervoer. Maar ook omdat ze slechthorend is en niet altijd alles verstaat wat een arts zegt. Daarbij is het ook gezellig want als haar begeleider even de tijd heeft, nodigt mijn moedertje uit voor een kop koffie met iets lekkers erbij in één van de tentjes waar zij graag komt. Deze week stond een bezoek aan de cardioloog op het programma. En ik kon ruimte maken in mijn agenda. Zoals gebruikelijk meldde ik mij 10 minuten voor mijn aankomst telefonisch en stond ze buiten op haar taxi te wachten.
Ik zette haar voor de ingang van het ziekenhuis af en ging de auto parkeren. Mijn moeder scharrelde vast het ziekenhuis in. Over auto gesproken: zoals gezegd is mijn moeder ruim 90. Ik rij een busje en zonder te verblikken of te verblozen, klimt ze met een klein steuntje van mij de bus in. Eenmaal gezeten zegt ze; ‘…..dat kon ik vroeger zonder jouw hulp..…..’. En ze heeft gelijk.
In een ziekenhuis is het allemaal goed en efficiënt geregeld vandaag de dag. Pasje voor een automaat houden. Daar rolt een bonnetje met een nummer uit. Gaan zitten en op het scherm in de gaten houden of je nummer al naar binnen mag en zo ja in welke ruimte je moet zijn. Op het scherm wordt zelfs het uitlopen van afspraken van een arts bij naam gemeld. Een beetje op de manier waarop de NS dat doet. Verschil is wel dat de NS pas koffie uitdeelt als alles echt in de soep gelopen is. In het ziekenhuis staat de koffie klaar.
Zelfstandig als mijn moeder is, wil ze niet dat ik aanwezig ben bij de onderzoeken. Zoals nu bij het maken van een hartfilmpje, het luisteren naar de longen en het opnemen van de bloeddruk. Ze regelt het zo dat zodra het afsluitende gesprek met de arts begint, iemand mij uit wachtkamer komt halen. En zo riep een aardige verpleegster mij na zo’n 10 minuten naar binnen.
Warm welkom?
En daar begint de essentie van mijn verhaal.
Mensen die vaker teksten van mij lezen, weten dat ik holistisch en systemisch in het leven sta en een mens als een uniek wezen zie. Het is maar zeer de vraag of de arts mijn moeder als uniek wezen zag of meer als een medisch dossier dat vrolijk over zijn scherm dartelde. Mijn systemische kijk zorgt ervoor dat ik vind dat elk mens een plek verdient. Niet zomaar een plek, maar een plek waar je welkom bent. Als mens, niet als dossier. En daar ging het mis. De arts – veilig achter zijn bureau gezeten – keek op van zijn scherm en gaf ons snel een hand. Zijn idee van welkom heten was anders dan dat van mij. Hij stond niet op en richtte zich zo snel als mogelijk weer op de informatie op het scherm. Mijn moeder en ik wachtten af.
Het voorlezen vanaf het scherm begon. Informatie die bekend was bij zowel bij moeder als bij mij. Mijn moeder stelde wat vragen. De arts antwoordde netjes en beleefd, maar bleef geconcentreerd op het scherm. Ik weet wel dat elkaar aankijken geen garantie voor verbinding is. Elkaar niet aankijken is volgens mij echter wel een sterke indicatie voor géén verbinding. En zo ontstond er dus geen gesprek, maar een uitwisseling van zinnen.
Je vraagt je misschien af wat ik gedaan heb. Ik heb alleen geluisterd. Daarvoor was ik immers ingehuurd. En ik heb helaas geconstateerd dat er geen volwaardig gesprek was. Er was geen plek. Niet voor mijn moeder, die toch de cliënt van de goede man is. En voor mij ook geen plek. Althans niet door de arts gegeven. Of ik dat lastig vind? Nee. Ik voelde me enorm welkom geheten door mijn moeder. Niet door de arts. En hem neem ik zelfs niet al teveel kwalijk. In al de jaren dat hij opleidingen genoten heeft, zullen de systemische krachten en de werking daarvan nooit de revue gepasseerd zijn. Hoe kun je nu iets veranderen als je je niet bewust bent van het feit dat verandering noodzakelijk is? Systemisch gezien is het ook zou dat iemand (in dit geval ik) pas iets kan geven als de ander (de arts dus) iets wil nemen. Mijn inschatting was dat hij dit niet zou willen nemen. En dan geef ik dus niet. Daarbij komt dat de man perfect op schema van zijn afspraken was. Als ik het onderwerp aangesneden zou hebben, was een ding zeker: zijn schema zou in de war lopen….
Ik neem de maatschappij en alle opleidingen in en buiten de zorg het kwalijk dat zij geen enkele aandacht besteden aan de uitgangspunten van het systemisch werken. De wereld zou er écht beter uit gaan zien als iedereen inzicht in die uitgangspunten kreeg. En daar ook naar ging handelen. Er zou gegarandeerd veel minder gedoe zijn.
Beste medische wereld, ik ben graag bereid mee te denken over hoe dat het beste vorm en inhoud gegeven kan worden. Want het wordt tijd een mens weer als mens te gaan zien, niet als medisch dossier of ‘casus’. En dat niet alleen prediken, maar ook daadwerkelijk gaan doen.
Tot slot: ’s avonds sprak ik mijn moeder nog even. Ze zei: “…. toch raar dat die dokter vanmiddag niet eens vroeg hoe het met me ging…..”